Werkt het darrenbroed bij de kleine bijen als varroaval?

In de loop van het onderzoek van mijn kleine cel volken op VSH (Varroa Sensitive Hygiene), gestimuleerd door Erik Österlund, ontdekte ik interessante dingen die plaatsvinden in het bijenbroed en vooral in het darrenbroed.

Het is algemeen bekend dat de varroamijt bij de kleine cel volken in het seizoen, vooral in het darrenbroed kruipen. Dit meer uitgesproken, dan bij conventionele grote cel volken, wat al jaren geleden werd bevestigd bij mijn onderzoek in de kleine cel volken.

Nu had ik al langere tijd gezien dat darrenbroedcellen en ook werksterbroedcellen kunnen worden bezet door meerdere varroamijten, terwijl het aantal varroa’s in de kast nogal laag was. Een verklaring had ik hier niet voor, alleen de veronderstelling dat de inteelt van de mijten hierdoor werd vermeden.

Nu leerde ik dat dit niet correct was en men niet langer kan aannemen dat dit niet door de bijen wordt gestuurd.

Ik controleerde onlangs een erg sterk volk, N ° 3R, dat door de winter kwam op vier bakken en nu begin februari in de Amandelbloesem al vier ramen broed heeft in de tweede bak en twee ramen broed in de derde. Een volledig bezette raat met broed(Langstroth) bij kleincelligge bijen heeft ongeveer 7000 broedcellen (met grote cellen maar 5500).

a

Als eerste, opende ik gesloten werksterbroed met poppen met paarse ogen, zoals Erik Österlund voorstelt bij een VSH-test. Na 50 cellen, gaf ik het op, want ik vond geen varroamijt in de cellen.

 a

Echter, zag ik dat er door het hygiënisch gedrag op dit broedraam 2 cellen door de bijen waren geopend en de gaten in het gesloten broed zijn een bewijs van schoongemaakte werksterbroed cellen. In deze twee open werksterbroed cellen vond ik in een een varroamijt met vrouwelijke nakomelingen en de andere had een dode Varroa.

Nu kwam het interessant aspect, namelijk het darrenbroed.
Als eerste, merkte ik meteen 5 door de bijen door het hygiënische gedrag geopende darrenbroedcellen (Harbo heeft geen hygiënisch gedrag kunnen ontdekken in het darrenbroed bij zijn grote eencellige bijen):

a

In deze vond ik de volgende:

  • een varroa met 3 vrouwelijke nakomelingen
  • een varroa met 1 vrouwelijke nakomeling
  • 6 varroa mijten met 2 vrouwelijke nakomelingen
  • twee cellen met drie varroa mijten en elk 3 vrouwelijke nakomelingen.

En in deze cellen is de groei van de varroamijten onderbroken, wat op zichzelf een belangrijk voordeel is bij deze kleincellige bijen. Ik zie dit hygiënisch gedrag voortdurend in het darrenbroed in mijn kleine cel bijen.

Maar nu komt het interessante deel.
Ik opende in totaal 86 darrenbroedcellen met poppen met paarse ogen. Het komt niet zo vaak voor dat men zo’n aantal zo geconcentreerd aantreft.

Eerst vond ik

  • 2 cellen, elk met een mijt en slechts een mannelijke nakomeling

vervolgens

  • een cel met 3 dode varroamijten en een levende mannelijke nakomeling
  • een cel met een dode varroa
  • een cel met twee varroamijten zonder nakomelingen
  • een cel met een levende en een dode varroa zonder nakomelingen

Dit betekent dat deze 10 varroamijten zich niet voortplanten

59 darrenbroedcellen van 86 hadden geen mijten en in de overige 21 geïnfecteerde cellen vond ik de volgende volwassen varroamijten, mannelijke nakomelingen en het volgende:

  • 4 cellen met 1 varroamijt en 1 vrouwelijke nakomeling
  • 3 cellen met 1 varroamijt en 2 vrouwelijke nakomelingen
  • 2 cellen met 1 varroamijt en 3 vrouwelijke nakomelingen
  • 2 cellen met 2 varroamijten en 1 vrouwelijke nakomeling
  • 3 cellen met 2 varroamijten en 2 vrouwelijke nakomelingen
  • 1 cel met 2 varroamijten en 4 vrouwelijke nakomelingen
  • 1 cel met 3 varroamijten en 1 vrouwelijke nakomeling
  • 2 cellen met 4 varroamijten en 1 vrouwelijke nakomeling
  • 1 cel met 5 varroamijten en 2 vrouwelijke nakomelingen
  • 1 cel met 5 varroamijten en 3 vrouwelijke nakomelingen

Dit betekent dat ik een totaal van 51 varroamijten in de 86 darrenbroedcellen vond en slechts 37 vrouwelijke nakomelingen.

Dat is enorm en men kan berekenen dat de varroamijt zo geen enkel gevaar meer vormt voor een volk. De varroamijt concentreerd zich op het darrenbroed en degenen die in het werksterbroed gaan worden opgeruimd.

Nu is het frappante de meervoudige bezetting van een aantal darrenbroedcellen tot zelfs 5 varroamijten.

Het blijkt dat hoe meer varroamijten in een cel, hoe minder vrouwelijke nakomelingen er zijn per mijt.

Je zou denken dat logischerwijze de mijten zich zouden verdelen over de voorhanden zijnde darrenbroedcellen. Doen ze echter niet. Dat doet vermoeden dat meer mijten per cel door de bijen wordt gestuurd. Dit is een aanname wat moet worden geverifieerd door verder onderzoek.

Zo komen we terug bij de vraag aan het begin:

Werkt het darrenbroed bij de kleine bijen als varroaval?